Statenvertaling
En zie, het ganse geslacht is opgestaan tegen uw dienstmaagd, en hebben gezegd: Geef dien hier, die zijn broeder geslagen heeft, dat wij hem voor de ziel zijns broeders, dien hij doodgeslagen heeft, doden, en ook den erfgenaam verdelgen; alzo zullen zij mijn kool, die overgebleven is, uitblussen, opdat zij mijn man geen naam noch overblijfsel laten op den aardbodem.
Herziene Statenvertaling*
En zie, het hele geslacht heeft zich tegen uw dienares gekeerd en gezegd: Geef hem die zijn broer doodgeslagen heeft hier. Dan zullen wij hem doden voor het leven van zijn broer, die hij doodgeslagen heeft, en zo ruimen wij ook de erfgenaam uit de weg. Zo zullen zij mijn gloeiende kooltje, dat nog overgebleven is, uitdoven, en voor mijn man geen naam of overblijfsel op de aardbodem overlaten.
Nederlands Bijbelgenootschap 1951**
En zie, het gehele geslacht heeft zich tegen uw dienstmaagd gekeerd en zegt: Lever hem die zijn broeder doodgeslagen heeft, uit, opdat wij hem ter dood brengen om zijn broeder, die hij gedood heeft, en ook de erfgenaam van het leven beroven. Uitdoven willen zij de gloeiende kool, die mij nog rest, om voor mijn man geen naam of nakomelingschap op de aardbodem over te laten.
King James Version + Strongnumbers
And, behold, H2009 the whole H3605 family H4940 is risen H6965 against H5921 thine handmaid, H8198 and they said, H559 Deliver H5414 ( H853 ) him that smote H5221 his brother, H251 that we may kill H4191 him, for the life H5315 of his brother H251 whom H834 he slew; H2026 and we will destroy H8045 ( H853 ) the heir H3423 also: H1571 and so they shall quench H3518 ( H853 ) my coal H1513 which H834 is left, H7604 and shall not H1115 leave H7604 to my husband H376 neither name H8034 nor remainder H7611 upon H5921 - H6440 the earth. H127
Updated King James Version
And, behold, the whole family has risen against your handmaid, and they said, Deliver him that stroke his brother, that we may kill him, for the life of his brother whom he slew; and we will destroy the heir also: and so they shall quench my coal which is left, and shall not leave to my husband neither name nor remainder upon the earth.
Gerelateerde verzen
Genesis 4:14 | 2 Samuël 12:17 | Numeri 35:19 | Deuteronomium 25:6 | Genesis 27:45 | Deuteronomium 19:12 - Deuteronomium 19:13 | Matthéüs 21:38